"Het is the survival of the fittest"

Surinaamse studenten in Nederland ervaren stress




Tekst: Miriam van Coblijn


Shanyge Wiebers bij het beeld 'Moments Contained' op het Stationsplein in Rotterdam

Foto: Magda Augusteijn



Het aantal studenten uit Suriname met psychologische problemen in Nederland neemt toe, blijkt uit een rondgang langs studentenpsychologen, studentenhuisartsen en therapeuten van hogescholen en universiteiten in Amsterdam, Rotterdam, Delft en Utrecht. Surinaamse studenten bezoeken het spreekuur met klachten over paniekaanvallen, depressie, ADHD, gevoelens van eenzaamheid en burn-outverschijnselen.


Vanwege de slechte toekomstperspectieven in Suriname komen er niet alleen meer middelbare scholieren, maar ook meer studenten uit Suriname naar Nederland om aan een hogeschool of universiteit te studeren, zie Surilines artikel 'Suriname loopt leeg'. Ze worstelen met aanpassingsproblemen en het gemis van familie of vrienden met wie ze een vertrouwelijk gesprek kunnen voeren. Of ze lopen vast, omdat ze moeten wennen aan zelfstandig studeren, geen hulp vragen en geen gebruik maken van begeleiding. Studenten met een migratieachtergrond hebben vaak niet geleerd om met stress en prestatiedruk om te gaan. Onbekendheid met hun rechten en plichten in Nederland, versterkt het gevoel van vervreemding en onmacht. Bovendien hebben zij soms te maken met discriminatie en niet geaccepteerd worden, aldus studentenpsychologen en decanen.

“Het is survival of the fittest”, vat de 25-jarige Sabrina Rodjan, derdejaarsstudente Communicatie aan de Hogeschool Inholland Amsterdam het kernachtig samen. Na het overlijden van haar opa in maart vorig jaar, bezocht ze op advies van haar decaan de huisarts voor mentale hulp. Die kreeg ze van een praktijkondersteuner bij de huisarts.

Rodjan heeft Hindostaanse en Inheemse roots en is afkomstig uit het district Para in Suriname. Twee jaar geleden verhuisde ze naar Nederland. “De cultuur in Nederland is volkomen anders dan die van Suriname. Zelfredzaamheid is het devies. Daarnaast had ik last van eenzaamheid. Ook liep ik tegen vooroordelen aan, daar moet je mee zien te leven. Enkele Nederlandse werkgevers waren van mening waren dat Surinamers lui zijn en ook de Nederlandse taal vaak slecht beheersen ”, zegt Rodjan, die momenteel stage loopt bij het Stadsdeelkantoor Oost in Amsterdam. “Vóór mijn studie was ik nooit eerder naar Nederland geweest omdat ik geen vakantievisum kreeg.” In 2021 werd haar studievisum wel toegewezen. “Er ging een nieuwe en kansrijke wereld voor mij open.”



Sabrina Rodjan bij haar stageplek in Amsterdam

Foto: Magda Augusteijn




De coronaperiode was voor Rodjan geen leuke tijd. Voor haar was het een uitdaging om het digitaal onderwijs onder de knie te krijgen. Een studentencommunity waarmee ze zichzelf kon identificeren ontbrak. Het initiatief 'SuHolland community', onderdeel van Hogeschool Inholland en opgericht in 2022 door medestudente Sheovan Deira, ook van Surinaamse afkomst, juicht Rodjan van harte toe.

“Door leuke dingen met (school)vrienden, collega's en buren te ondernemen heb ik meer geleerd over de Nederlandse cultuur. Door mee te gaan naar typische Nederlandse feestjes ga ik nu los op Snollebollekes, een feestact uit het Brabantse Best van cabaretier Rob Kemps… (lacht). Ik stuur tikkies, eet tompouces en spreek maanden vooruit af met vrienden in Suriname wanneer ik op vakantie ga.”

Haar advies aan anderen die worstelen met mentale problemen, is: socializen, sporten, reizen, vrijwilligerswerk doen, werken en niet bang zijn om dingen in je eentje te ondernemen. En anders: hulp vragen, zaken bespreekbaar maken.



'Op typische Nederlandse feestjes ga ik nu los op de Snollebollekes, ik stuur tikkies, eet tompouces en maak maanden vooruit afspraken met vrienden in Suriname'



Cultuurschok

De 24-jarige Shanygne Wiebers, eerstejaarsstudente commerciële economie en digitale marketing & sales aan de Hogeschool Den Haag, kwam in de winter van 2021 uit Suriname naar Nederland en ontwikkelde hier meteen een lichte winterdepressie. “Je wordt in het diepe gegooid. Iedereen in Suriname denkt dat wij in Nederland bij kennissen of familie terechtkunnen. Dat is lang niet altijd het geval want ook familie is druk met hun eigen leven”, vertelt Wiebers. Vooralsnog woont ze in bij een familielid in Rotterdam, totdat ze zelf een woonruimte vindt.

“De beginperiode was een cultuurshock voor mij. Nederlanders zijn anders, de manier van omgang met elkaar is anders – het is bijna alsof je op een andere planeet terechtkomt. Voorbeeld? Ik deed erg mijn best om aansluiting te vinden bij Nederlandse studenten, maar er was niet altijd een vanzelfsprekende klik”, aldus Wiebers.

Blondharige en blauwogige studenten gingen naar haar gevoel ver van haar vandaan zitten, en uiteindelijk kwamen alleen de studenten van Marokkaanse, Turkse en Surinaamse origine bij haar in de buurt. “Ik studeerde thuis in mijn eentje en had geen idee hoe ik het leren aan moest pakken. Ik raakte in paniek.”

“Het is zeker wenselijk dat er meer specialisten komen op vrijwel elk gebied,” zegt Vreden. “Je kunt investeren in het verdrievoudigen van het aantal specialisten in Suriname, maar dan moet je hopen dat de specialisten die geen werk vinden in Paramaribo op eigen initiatief in de andere districten gaan werken. Het kan ook zijn dat ze naar het Caribisch gebied verdwijnen, daar zijn we niet mee geholpen”, vindt Vreden, die in het opleiden van eigen specialisten geen prioriteit ziet.


Naar Nederland

Een Surinaamse basisarts die zich wil specialiseren, moet verplicht voor zijn of haar  vervolgopleiding naar het buitenland. Vanwege de taal, geschiedenis, vergelijkbare opleidingsprogramma's en kwaliteit van de gezondheidszorg kiezen de meeste voor Nederland. Afhankelijk van de soort specialisatie moet een arts in opleiding voor één tot maximum vier jaar naar het buitenland.

In 2012 trok Punwasi naar Nederland om zich te specialiseren in nefrologie, een opleiding van zes jaar waarvan de laatste twee jaar in Nederland. De eerste vier jaar van deze opleiding kon Punwasi in Suriname volgen, maar voor het behalen van enkele specifieke opleidingsnormen moest hij naar het buitenland. Dat geldt voor alle specialisatieopleidingen. In het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam kreeg Punwasi niet betaald voor zijn werk, in tegenstelling tot zijn Nederlandse collega's in opleiding. Voor wie vier jaar naar Nederland gaat, kunnen de verblijfskosten oplopen tot zo'n 100.000 euro. De hoge kosten kunnen jonge artsen ontmoedigen om aan een specialisme te beginnen, erkent Vreden. “De betaling voor Surinaamse artsen in opleiding in Nederland is nog niet centraal geregeld. Sommige ziekenhuizen nemen het voor hun rekening, andere niet. We zijn daarover aan het praten om dat eventueel centraal te structureren”, aldus Vreden. Zie Surilines artikel Riezvi Jessurun volgt opleiding in Nederland.

De uitwisseling met Nederland is historisch gegroeid en constant in ontwikkeling, vervolgt hij. Voordat Suriname in 1969 een Faculteit der Medische Wetenschappen kreeg, was er alleen een geneeskundige school. “Om arts te worden moest je sowieso voor de volledige studie naar Nederland.”


We zijn er absoluut nog niet aan toe om

de opleidingen volledig in Suriname te verzorgen


Naarmate meer artsen na hun opleiding terugkwamen ontwikkelde de geneeskunde in Suriname zich tot een hoger niveau. “Sommige artsen specialiseerden zich ook in Nederland, en zo kregen we specialisten in het land en werd het mogelijk om een deel van de opleiding hier te doen. We werken eraan om in de volledige opleiding te voorzien, maar dat gaat toch nog wel even duren”, zegt Vreden. Bovendien heeft de opleiding in Nederland ook zo haar voordelen.

Niet alle medische ingrepen, technieken en methoden om een ziekte of probleem te kunnen vaststellen kunnen worden toegepast in Suriname. “Met een opleiding in het buitenland leren onze artsen niet alleen dat die mogelijkheden wel bestaan, maar ze leren de technieken ook beheersen. Onze specialisten voldoen daardoor aan internationale eisen. Eenmaal terug in Suriname zullen ze er wellicht naar streven om die techniek ook hier mogelijk te maken”, hoopt Vreden. Een eigen specialisten opleiding in Suriname betekent nu nog inleveren op de kwaliteit van Surinaamse artsen.


Vanwege een negatief studieadvies aan het einde van het eerste jaar moest Wiebers verplicht stoppen met haar opleiding aan de Hogeschool Rotterdam. Het jaar daarop begon ze aan dezelfde studie bij de Hogeschool Den Haag. Daar vond ze de studentenwelzijnadviseur Jimera Koorndijk, van Surinaamse komaf, en betrokken bij SuConnect, die haar enorm geholpen heeft. “Ik raak steeds meer gewend en ingeburgerd. Het studeren gaat mij nu ook prima af,” vertelt Wiebers. Tijdens de officiële onthulling van 'Moments Contained', een reusachtig bronzen beeld van een jonge, gekleurde vrouw van de Britse kunstenaar Thomas J. Pryce op het plein voor het Centraal Station van Rotterdam, hield Wiebers in juni een gevoelige toespraak. “Dit beeld herinnert mij er voortdurend aan om obstakels tijdens mijn studie te overwinnen. Het breekt met de gebruikelijke representatie in openbare ruimten. De krachtige symboliek die erachter schuilgaat, spreekt mij aan: het beeld belichaamt veerkracht, zelfvertrouwen en kwetsbaarheid. Het herinnert mij eraan dat ik zelfverzekerd en trots mijn weg mag gaan, ongeacht verwachtingen van anderen. De strijd die ik bij haar zie, is wat ik zelf ook voel. Het beeld nodigt ook uit tot acceptatie en diversiteit.”



Prestatiedruk

Jolien Dopmeijer, psycholoog, docent-onderzoeker en projectleider studentenwelzijn van het Trimbos-instituut vertelt: “Al langere tijd zijn er zorgen over prestatiedruk en stress bij studenten in het hoger onderwijs in het algemeen. Op dit moment lijkt de maatschappelijke aandacht voor mentaal welzijn en mentale druk onder studenten groter dan ooit. Het corona-tijdperk, geen huis kunnen vinden, hoge lasten en de klimaatcrisis. De opeenstapeling van dit soort onzekerheden leidt ertoe dat studenten stress en mentale problemen ervaren.”


Uit de Monitor Mentale gezondheid en Middelengebruik studenten Hoger onderwijs (Studentenmonitor in 2021), blijkt dat de helft van de studenten (51 procent) psychische klachten ervaart zoals angst en somberheid, van wie 12 procent in ernstige mate. Hun mentaal welbevinden – dat is: veerkracht, positieve mentale gezondheid en levenstevredenheid – is niet in balans. Er blijkt een samenhang te zijn tussen het mentaal welbevinden en psychische klachten: bij studenten met een sterke positieve mentale gezondheid of veerkracht komen minder vaak psychische klachten voor.

In de maand juni 2023 verscheen het Harder Better Faster Stronger? van het Trimbos-instituut, ECIO en het RIVM in opdracht van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen (OCW). Dit onderzoek probeert inzicht te krijgen in de oorzaken van stress en prestatiedruk van studenten in het hoger onderwijs. Er is specifieke aandacht voor internationale studenten en studenten met een migratieachtergrond. Door racisme of discriminatie zijn mensen kwetsbaarder voor mentale problemen zoals depressies, eenzaamheid, angstpsychoses en gedragsproblemen. Wat opvalt is dat studenten in het algemeen last hebben van een verlies aan zekerheid.



Uit deelonderzoeken komt naar voren dat internationale studenten een risicogroep zijn als het gaat over stress en prestatiedruk. “De overstap van het thuisland naar Nederland wordt als stressvol ervaren. Het is lastig om huisvesting te vinden, als ze niet kunnen terugvallen op bijvoorbeeld de huisvesting van familieleden”, aldus Dopmeijer. “Ook het vinden van een bijbaan is voor internationale studenten lastig. Niet alleen vanwege de taal en een kleiner sociaal netwerk in Nederland, maar ook omdat ze niet zomaar mogen werken vanwege visumbeperkingen. Verder geven de internationale studenten aan dat hun bestaan soms eenzaam is; er zijn culturele verschillen, taalbarrières, ze voelen zich soms een buitenstaander en ervaren moeite met het vinden van aansluiting bij medestudenten. Hierbij ervaren ze ook een interne strijd om zowel aandacht te geven aan de sociale contacten in hun thuisland als aan de sociale contacten in Nederland.” Zie ook Surilines artikel 'Suriname loopt leeg'



'Veel studeren, kou, weinig centen en vaak binnenblijven, dat was mijn beeld van Nederland'



Soms ervaren ze volgens Dopmeijer ook prestatiedruk en stress omdat ze aan hun familie en vrienden thuis willen laten zien dat ze een goede keuze gemaakt hebben om hier te gaan studeren. “Zeker wanneer de familie veel geld heeft neergelegd om de studie mogelijk te maken. Sense of belonging en mentale gezondheidsvaardigheden zijn cruciaal voor het welzijn van studenten met een migratie-achtergrond.”

Als psychiater en transcultureel therapeut is Kitty Riedewald bekend met de problematiek van Surinaamse studenten. Deze doelgroep komt ook bij haar langs op het spreekuur. Vanwege de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AGV) mag zij geen persoonsgegevens verstrekken. “Ze kunnen last hebben van angstaanvallen en stemmingswisselingen. ADHD (hyperactieve) aandachtstekortstoornis zie ik ook regelmatig, een functiebeperking die wordt gekenmerkt door aandachtsproblemen, hyperactiviteit en impulsiviteit. Tijdens studie hebben studenten dan moeite om hun aandacht bij de lesstof te houden. Ook vinden ze het lastig om naar anderen te luisteren. Riedewald constateert dat ADHD, ADD, en andere neurobiologische concentratiestoornissen veel voorkomen bij Surinaamse studenten. Echter, bij de Surinaamse doelgroep is die vaak niet of pas op latere leeftijd gediagnosticeerd. Hetgeen een extra struikelblok tijdens studie kan betekenen. Indien dit bekend is, kan de tijd die studenten krijgen voor een tentamen worden aangepast en kan er rekening worden gehouden met ADHD bij de beoordeling voor het bindend studie-advies (BSA).


Studeren in Nederland

Ben je in het bezit van een Caricom/ Surinaams paspoort?

Naar welke landen kun je visumvrij met een Surinaams paspoort reizen? Naar Argentinië, Aruba, Bonaire, Brazilië, Japan, Israël, Filipijnen, Curaçao, Saba, St. Eustatius, St. Maarten en nog een aantal. Doorgaans, is de maximale verblijfsduur zonder visum 90 dagen. Als je verder wilt studeren in het buitenland om voor een langere periode daar te verblijven dan moet jij een verblijfsvergunning krijgen voor het betreffend land. Bijvoorbeeld wanneer je in Nederland wilt komen studeren dan vraagt de onderwijsinstelling jouw verblijfsvergunning ofwel verblijfstitel aan, volgens de wet Modern Migratiebeleid.


Riedewald bevestigt, dat de eerste generatie studenten prestatiedruk ervaart. Soms ondervinden studenten ook discriminatie van zowel klasgenoten als docenten of begeleiders. Of ze ontvangen een te laag schooladvies of een te lage beoordeling voor een afstudeerscriptie. Voor een deel van de leerlingen kan dat reden zijn om te stoppen met de opleiding. “Tijdens het spreekuur stel ik zo'n student wel de vraag of dit voorval puur objectief is en of wellicht toch anders geïnterpreteerd kan worden. Reden voor artsen in opleiding die dit ervaren om hun voorkeur voor een supervisor van kleur uit te spreken. Het kan nuttig zijn om met een vertrouwenspersoon of een professional te praten om manieren te vinden om met deze druk om te gaan. Dat iedereen zich in mijn praktijk welkom, gehoord en begrepen voelt om problemen te bespreken is belangrijk voor mij. Dan is er écht verbinding.”

De westerse psychiatrie is niet altijd toereikend, weet Riedewald. In de therapieën die ze aanbiedt, probeert zij dus zoveel mogelijk cultuursensitief te werk te gaan. In tijden van superdiversiteit komt zij als hulpverlener vaker in contact met cliënten met diverse achtergronden. Riedewald: “Cliënten met een migratieachtergrond vinden niet altijd makkelijk hun weg in de Nederlandse hulpverlening. Ook vallen ze vaker vroegtijdig uit het reguliere hulpverleningstraject. Soms beschikken Nederlandse collega's over te weinig interculturele competenties om gepast om te gaan met het (groeiend) cliëntenbestand met een migratieachtergrond. Deze cliënten zie ik dan bij mij op het spreekuur verschijnen. Een databank met therapeuten van kleur en/of niet-westers bij zorgverzekeraars kan desgewenst helpen.”



Jimmera Koorndijk, studentenwelzijnadviseur Hogeschool Rotterdam

Foto: Magda Augusteijn




SuConnect

Vitaliteit en een goede mentale gezondheid zijn cruciale ingrediënten voor een leuk en effectief studentenleven. Dat beaamt ook Jimera Koorndijk, studentenwelzijnadviseur Hogeschool Rotterdam en gelinkt als projectleider aan SuConnect: “SuConnect heeft als doel om bij te dragen aan het studiesucces van studenten uit Suriname. Dat begint met wat wij noemen 'Pre-boarding', voorbereiding in Suriname en 'On-boarding', begeleiding in Nederland. Dit doen we in samenwerking met verschillende organisaties”.

Sommige studenten oriënteren zich vooraf niet goed. Dit kan studievertraging opleveren, waarbij de voornaamste redenen psychisch van aard zijn. Uit onderzoek van Nuffic, de Nederlandse organisatie voor internationalisering van het onderwijs, blijkt dat 86 procent van de Surinaamse studenten een jaar na hun afstuderen nog in Nederland is. Na vijf jaar zakt dit naar 65 procent.  Specifieke cijfers over het aantal afgestudeerde Surinamers op de Nederlandse arbeidsmarkt zijn niet beschikbaar.

SuConnect organiseert niet alleen bijeenkomsten voor studenten, maar ook voor professionals en onderwijsinstellingen over de Surinaamse doelgroep.

In Rotterdam vinden steeds meer studenten hun weg naar welzijnsadviseur Koorndijk: “Nu kloppen studenten met een specifieke hulpvraag aan, doordat zij zijn doorverwezen door de eigen onderwijsinstelling of een medestudent. Vaak is het al genoeg om hen met andere studenten in contact te brengen, maar soms is er ook advies, begeleiding of doorverwijzing nodig naar een schooldecaan of (studenten)psycholoog. Wij houden geen cijfers bij, maar er valt nog een wereld te winnen bij het creëren van meer bewustzijn voor het bestaan van mentale problematiek.”

Oud-student Jake Raijman (30) begon in 2010 aan zijn studie Fysiotherapie aan Hogeschool Rotterdam en is nu een buddy bij SuConnect. Hij probeert nieuwe Surinaamse studenten wegwijs te maken in de stad Rotterdam. Zijn eigen verwachtingspatroon over Nederland was niet hoog toen hij hier zelf kwam studeren. ”Veel studeren, kou, weinig centen en vaak binnenblijven, dat was mijn beeld van Nederland,” zegt Raijman. Vanaf dag één bemachtigde hij een studentenkamer. “Qua cultuur was het zeker op de universiteit even wennen, maar op de Hogeschool ging dat makkelijk. Rotterdam is multicultureel, waardoor ik eenvoudig kon inburgeren.”



Jake Raijman, oud student bedrijfskunde en buddy bij SuConnect

Foto: Magda Augusteijn



Toch keerden enkele van zijn Surinaamse medestudenten na een paar maanden terug naar Suriname. Zij hadden last van de hoge prestatiedrang en heimwee naar Suriname, vertelt Raijman. Zelf bezocht hij ook meerdere malen een psycholoog op de universiteit. “Daar heb ik mentaal veel baat bij gehad. Ik ervaarde meer stress dan thuis, vanwege een hoger onderwijsniveau en een zakelijke omgangscultuur. Persoonlijk had ik mijn huiswerk goed gedaan en was ik heel gemotiveerd om hier te slagen”, verklaart hij.



Doorzetten

Dat laatste is ook meteen de reden dat hij in de moeilijke beginperiode heeft doorgezet. Vaak is het voor studenten een opluchting te merken dat ze niet de enigen zijn die worstelen met zaken als financiële problemen, fysieke of mentale beperkingen en twijfels over hun studiekeuze. Elke migrerende student moet wennen aan de nieuwe onderwijscultuur, veronderstelde studievaardigheden en aan de taal. Ik zou hier een voorbeeld wel leuk vinden. Iedereen denkt immers: Surinamers spreken Nederlands?  Het vinden van een bijbaan of stage vormt een uitdaging, vanwege een beperkt aantal mogelijke werkuren of de voorwaarden van het studievisum. Raijman: “Het was vooral een kwestie van acclimatiseren, letterlijk en figuurlijk. Sociaal contact met andere Surinaamse studenten heeft mij ook goed geholpen. Inmiddels zit ik prima in mijn vel.”



Hogeschool Rotterdam

Foto: Magda Augusteijn